Om te kunnen wandelen moet je eerst kunnen lopen

Het is een zonnige vroege lentedag en ik sta voor het raam en kijk naar buiten. Als ik ergens blij van word is het wel van de lente. De bomen aan de overkant beginnen al wat groen te laten zien en de prunus staat in de knop.

Het is het jaargetijde waarin alles weer tot leven komt, ik ook. De tijd waarop mijn bloed weer begint te stromen en de donkere dagen in mijn hoofd plaats maken voor licht en luchtige gedachten. En het moment dat mijn wandellust wakker wordt. Daarom ben ik er speciaal nieuwe schoenen voor gaan kopen.

Niet de meest ideale oplossing maar voor nu de beste.

Het wachten op de orthopedische schoenen duurt me veel te lang. En ik kon niet langer wachten.

Nieuwe inlegzooltjes zijn nog in de maak maar de nieuwe schoenen stonden klaar voor een wandeling. Ik heb een paar oude inlegzooltjes in de schoenen geschoven, heb mijn sleutels gepakt, mijn horloge op ‘wandelen’ gezet en heb de deur achter me dichtgetrokken. Ik liep de galerij af, de voordeur uit en sloeg linksaf, richting natuur. Ik zie wel hoe ver ik kom, dacht ik. Het grote buiten wachtte op me.

Onderweg zag ik de forsythia al geel worden, de camelia al vol in de bloei staan en de crocussen staken ook hun kopjes boven de grond uit. Deze lente heeft een extra gouden randje. Er is leven na het overleven van kanker, ik ben er deze lente ook weer bij.

Ik heb zelfs nog even het genoegen gehad om een kat te mogen aaien en als ik had kunnen huppelen zou ik de hele weg hebben gehuppeld.

Met een hoofd vol vogelgeluiden, een neus vol geurende bloemen en hart vol hoop ben ik thuisgekomen. Toen ik mijn horloge op ‘stop’ zette zag ik tot mijn verbazing dat ik bijna 5 km had gewandeld. Dat voelde goed!

De volgende dag scheen de zon weer en mijn voeten voelden redelijk goed.

Dus ben ik, zij het ietwat overmoedig en tegen beter weten in, toch weer op pad gegaan. Dit keer heb ik er (met moeite) 3,5 km uitgeperst. Toen was de koek echt wel op.

De voeten waren er klaar mee en de beenspieren werkten ook niet meer mee. Het laatste stukje naar huis was een beetje een worsteling maar ondanks dat heb ik er toch weer van genoten. De zon op mijn oude knoken is zo lekker. En ik kan niet wachten tot de bomen en planten weer groen zijn, de paarden en de koeien weer naar buiten komen en de lammetjes en jonge vogels van zich laten horen. Al dat jonge beestenspul.. mooier dan dit wordt het niet hoor.

Eenmaal thuis zit ik al snel op mijn Mac te zoeken naar een mooie wandelroute.

Want zo werkt het nu in mijn hoofd. Ik heb 3,5 km gewandeld en dus ga ik op zoek naar een mooie wandelroute van 10km. Misschien in de Ardennen? Dwars door de bossen en met een waterval en een zonnige picknickplaats zodat ik daar eventueel een boterhammetje kan eten?

Meteen totaal overboord dus. Ik ben weer veel te ongeduldig. Ik ben een dagplukker geworden. Vandaag kan het, dus vandaag doe ik het want ik weet niet wat er morgen mogelijk is. Ik moet nog vertrouwen krijgen in een toekomst. Maar ook daarvoor geldt:

Om te wandelen moet je eerst kunnen lopen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *